Photo by: Aron Visuals
Ik: “Oh gaaf! Eliud Kipchoge gaat weer een poging doen om de marathon in minder dan 2 uur te lopen. Weet je wel hoe snel dit is?!”
Dylana: “Wauw! Dan moet ie um dus in 1 uur lopen he!”
Ik: “Ja of gewoon in 1 uur en 59 minuten.”
Stilte…
Ik: “Je begrijpt niet wat ik bedoel he?”
Dylana: “Neej. 1 uur 59 minuten is toch nog steeds meer dan 2?!”
Glimlach.
Ik: “Maakt niet uit kleine, het is in ieder geval heel snel.”
Zo verliep deze week een gesprek tussen mij en mijn dochter aan de eettafel. Op een of andere manier geniet ik van haar onbegrip. Dat ze nu dingen (nog) niet snapt vind ik leuk omdat deze momenten steeds zeldzamer worden. Ze is inmiddels zeven en we hebben geen plannen voor verdere gezinsuitbreiding.
Er zijn veel clichés en onzinverhalen rondom het hebben van kinderen. Je hele leven is ineens anders, je kunt niets meer, je bent aan huis gebonden, het is voorbij. Wat een bullshit. Maar 1 ding klopt wel, de tijd lijkt heel hard te gaan. Helaas wel.
Dinsdagmiddag belde ik na een lange tijd weer eens een maat van mij waar ik samen veel online-poker mee gespeeld heb. We hadden een groep waarmee we samen speelden en studeerden, we spraken elkaar meerdere uren per week, soms tot diep in de nacht. Dit hebben we een paar jaar gedaan totdat het stopte en iedereen zijn eigen kant op ging.
Later deze week kwam ik terecht op de blog van Tim Urban, Wait but why (aanrader!). Hij heeft een artikel geschreven “The Tail End”, dat visueel laat zien in welk deel van je leven je zit en hoeveel (of eigenlijk hoe weinig) je nog maar over hebt van de tijd samen met familie zoals bijvoorbeeld je ouders. Mijn ouders zijn sinds een paar jaar naar het buitenland verhuist voor het werk van mijn vader dus heb ik dat sommetje ook eens gemaakt.
Deze 3 voorbeelden hadden mij aan het denken gezet. Wat als dit de laatste keer zou zijn?
Kinderen van 7 leren snel, heel snel. Dylana kan volgende week gewoon binnen komen met de melding dat ze nu ook weet hoe minuten werken en dat 1 uur 59 minuten toch echt sneller is dan 2 uur.
De gezellige online-poker avondjes zijn ineens gewoon gestopt. Van een paar uur online meetings naar vrijwel 0. Geen moment heb ik erover nagedacht dat dit wel eens het laatste groepsgesprek zou kunnen zijn. De kans dat we al die mensen nu nog bij elkaar in een skype-call krijgen is vrij nihil.
Mijn vader en moeder wonen nu in Chicago. Mijn ouders zie ik op dit moment in het beste geval 5 keer per jaar. Per keer ben ik gemiddeld 3 dagen samen met hun. In het allerbeste geval worden mijn ouders beide netjes 90 jaar en spendeer ik in totaal dus nog 450 dagen samen met mijn ouders. Dit betekent het volgende: Van alle tijd die ik in mijn leven samen met mijn ouders spendeer heb ik min of meer 90 procent al gehad, we zijn nu bezig aan de laatste 10 procent (!) en nogmaals, dat is een vrij optimistisch scenario.
Als ik dit zelf allemaal zo terug lees dan kun je er vrij verdrietig van worden maar dat is niet mijn bedoeling. Ik denk dat ik (en vermoedelijk vele anderen met mij) soms wat meer aandacht moet geven aan kleine dingen. We zijn gewoon net iets te vaak bezig om de huidige taak af te ronden zodat we door kunnen naar de volgende.
Mijn doel is om mezelf en jou te laten inzien dat tijd en leuke momenten nog sneller voorbij gaan dan we waarschijnlijk al dachten en dat we soms de voet iets van het gas moeten nemen om dit even in ons op te nemen.
Het zijn de kleine dingen in het leven die achteraf de grote blijken te zijn.
Ik denk dat we onszelf gewoon wat vaker de volgende vraag moeten stellen:
Wat als dit de laatste keer is?