“Okeey. We lopen straks door…… en gaan dan daar linksaf….. dan heb ik het laatste stuk wind mee.” Hijg ik tegen mijn vrouw die mee is op de fiets.
Ik heb geluk met mijn vrouw. Ik bedoel; vind maar eens iemand die zo gek is om vijftien kilometer mee te fietsen door een koude, mistige polder om tien uur op zaterdagochtend.
Precies.
Het rondje dat ik heb uitgezet – drie keer een lusje van iets meer dan vijf kilometer – besluit ik na elf kilometer overboord te gooien. Ik zie hoe de wind staat en als we linksaf slaan dan heb ik de laatste kilometers volop wind mee. Dit is het voordeel van zelf je wedstrijdjes lopen toch?
Het is de eerste virtuele wedstrijd waar ik aan mee doe. De Ter Specke Loop van het Zorg en Zekerheid circuit die normaal in Lisse gelopen wordt. Ik had me ingeschreven voor de langste afstand, vijftien kilometer. En het heeft wel wat vind ik.
Wat is het voordeel van zelf wedstrijdjes lopen?
Je kunt wachten op de dag dat je je echt fit voelt.
De wind goed staat.
Het niet regent.
Of je gaat gewoon op de eerst mogelijke dag. Dat vond ik makkelijker. Bovendien had ik wel weer eens zin om wat gas te geven na zo’n droge periode en blessuregedoe.
De route
Als je harder loopt is het gewoon het beste om op lege wegen te lopen. Tijdens een duurloop is het niet zo erg om af en toe om een voorbij schietende hond heen te dansen maar als je benen het een beetje gehad hebben dan gaan dat soort uitwijkingen wat minder makkelijk, met vaak en val of blessure tot gevolg. Ik heb mijn portie daarvan voorlopig wel even gehad.
Mensen met honden lijken zichzelf sowieso allerlei rechten te verschaffen die ze helemaal niet hebben. Alsof ze willen laten zien dat hun loslopende hond wel braaf luistert als ze van een afstand roepen. En dan die gespeelde verbazing van het baasje als Fikkie niet luistert. Episch.
In België bleek laatst ook dat hardlopers en honden geen goeie combinatie zijn. Nee ik was het niet. Er zijn grenzen.
Maar goed. Ik wijk af.
Ik was heel benieuwd naar de vorm na het gedoe met mijn enkel. Zeker omdat ik vlak daarna een rare reactie kreeg in dezelfde voet na een tempotraining van ongeveer deze afstand.
Omdat ik weet dat ik ongeveer één uur over vijftien kilometer doe als ik mijn tempo kan lopen, weet ik ook dat ik op mijn lactaatdrempel kan lopen. Volgens de wetenschap kun je dat een uur volhouden en die mensen hebben ervoor geleerd. Ik heb mijn laatste wedstrijden over die afstand terug gekeken op Strava en bleek er vaak niet meer dan twee of drie slagen naast te zitten.
Ik had dus geen tijd als doel maar een hartslag van 181 BPM
En ook deze keer bleek de wetenschap weer te kloppen want ik liep een perfecte vijftien kilometer. De laatste kilometer kon ik nog even mooi versnellen om hem af te ronden in één uur en drie minuten (4:11/KM) met een gemiddelde hartslag van 179. Ik reken het goed.
Naarmate ik weer fitter word gedurende de winter verwacht ik dat deze afstand onder een tempo van 4:00/KM mogelijk is. Dat was het vorig jaar ook.
Het blijft wel een beetje raar om volle bak door de polder te rennen met het schuim op de mond terwijl je vrouw achter je aan fietst. Mensen snappen er soms geen reet van, en geef ze eens ongelijk.
Maar goed. Het voelt in ieder geval al weer een beetje aan als een wedstrijd. Je staat weer ergens op een leaderbord. Dat voelt goed.